zondag 28 juni 2020

Deel 6 : Ons lichamelijk zenuw-zintuigstelsel is het radicale ontbindingsmiddel van de wereld

Door deze beide in verschillende richting verlopende en zich doordringende bewegingen bouwen we dus onze wereld en haar gestalten op. In dit verband moet nu echter nog aan een zeer belangrijk functioneel verband gedacht worden, zonder hetgeen door ons voltrokken en beleefd vormgevingsproces niet af zou kunnen lopen.

Dat wat wij in het rugwaarts voorstellen van ons handelen en bij de terugblik op de heelheden bij het vormen van de gestalten van onze wereld steeds werkzaam moeten maken en in het oefenende observeren bewust kunnen maken, zijn ja de oorsprongen van onze bewegingen en onze vormgevende observaties, de oorsprongen en de vormgevende machten van ons kennen en handelen. Deze vormgevende machten (we kunnen ze gedachten en ideeën noemen) dragen wij in onze voorloop en vooruitblik voortdurend binnen in ons handelen en ons kennen. Met deze in de terugloop bereikte en daarna weer als het ware voorwaarts gedragen vormmiddelen en vormmachten bouwen wij, zoals gezegd, de gestalten van onze wereld in hun voorlopigheden op. Wat wij op deze wijze opbouwen is echter niet ons onafhankelijk werk, maar een nabouwen van een wereld die reeds eerder, zonder ons opgebouwd werd. Doordat we de opbouw van onze wereld en haar gestalten nabouwen of meebouwen en dit normaliter onbemerkt proces observeren, worden wij ons ervan bewust hoe deze opbouw ontworpen, uit welke elementen deze samengesteld is. Hij is uit de voorlopigheden en de teruglopigheden samengevoegd, uit de permanente holistische gestalten en holistische gebeurtenissen vormende vormkrachten en hun voorlopige, voorbijgaande verschijningsvormen. Overal is datgene wat in de afzonderlijke verschijnsels voorloopt en dat wat in de niet verschijnende, maar vormgevende heelheid ervan terugloopt, met elkaar verbonden. In alle wereldverschijnselen zijn beide verenigd. Slechts op een plaats is deze verbinding onderbroken. Deze onderbreking is het uitermate beduidende functioneel verband dat vanaf nu onze aandacht opeist.

Deze onderbreking vindt plaats in de mens, in de geheel eigenaardig geaarde menselijke organisatie. Omdat in de mens deze onderbreking plaats vindt, moet hij zich als kennend en handelend wezen voortdurend tot twee kanten wenden, moet hij in twee richtingen lopen, in de richting van de voorlopigheden en de richting van de permanente loopsheden, opdat hetgeen gescheiden is, herenigd worde. Daarom ontmoeten zich in zijn bewustzijn twee totaal verschillende elementen: enerzijds de waarnemingen van zijn zintuigen die hem de ongeordende grondstof van zijn voorlopigheden leveren – en anderzijds de gedaantes van zijn denken, de begrippen en ideeën die hij aan de vormgevende machten van zijn teruglopigheden ontneemt. Pas wanneer hij beide in zijn kennen opnieuw versmelt, is de in haar bestanddelen opgebroken wereld weer gezond en heel.

Hoe komt het tot deze scheiding van de wereldelementen, tot deze afbouw van de wereldbouw in de mens?

Het valt zeker meteen te zien dat deze afbouw met de lichamelijke organisatie van de mens samenhangt en wel vooral in zo ver dat deze een zenuw-zintuigstelsel blijkt te bezitten. Ons zenuw-zintuigstelsel stelt ons ja onze waarnemingen ter beschikking, echter als louter samenhangsloze enkelheden waarvan de geestelijke band ontbreekt. Het zijn louter zich voortdurend isolerende, samenhangsloze voorlopigheden, die pas door de vormgevende heelheden, de begrippen en ideeën, tot gedaantes, gestalten, schepsels, processen en gebeurtenissen geordend moeten worden. Ons lichaam, vooral voor zo ver het een zenuw-zintuigstelsel bezit, is het radicale ontbindingsmiddel van de wereld. Want het filtert door een soort zeefwerking de begripsmatige verbanden en ideeën uit de waarnemingen van onze zintuigen. Of in een ander beeld: Van de wereldbouw blijven onder de invloed van ons stelsel alleen de afzonderlijke bouwstenen over, de wereldlijm, het wereldcement moet eerst naderhand tot de uit elkaar vallende bestanddelen weer toegevoegd worden.

Een kubus heeft voor onze zintuigen, voor ons gezichtsvermogen of tastzin, geen zijden, kanten en hoeken, maar alleen volledig ongeordende enkelwaarnemingen, die pas door onze begrippen hun bestemming, samenhang, ordening, hun holistische structuur moeten verkrijgen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten