Door deze beide in verschillende richting verlopende en zich
doordringende bewegingen bouwen we dus onze wereld en haar gestalten op. In dit
verband moet nu echter nog aan een zeer belangrijk functioneel verband gedacht
worden, zonder hetgeen door ons voltrokken en beleefd vormgevingsproces niet af
zou kunnen lopen.
Dat wat wij in het rugwaarts voorstellen van ons handelen en
bij de terugblik op de heelheden bij het vormen van de gestalten van onze
wereld steeds werkzaam moeten maken en in het oefenende observeren bewust
kunnen maken, zijn ja de oorsprongen van onze bewegingen en onze vormgevende observaties, de oorsprongen en de vormgevende machten van ons kennen en
handelen. Deze vormgevende machten (we kunnen ze gedachten en ideeën noemen)
dragen wij in onze voorloop en vooruitblik voortdurend binnen in ons handelen
en ons kennen. Met deze in de terugloop bereikte en daarna weer als het ware
voorwaarts gedragen vormmiddelen en vormmachten bouwen wij, zoals gezegd, de
gestalten van onze wereld in hun voorlopigheden op. Wat wij op deze wijze
opbouwen is echter niet ons onafhankelijk werk, maar een nabouwen van een
wereld die reeds eerder, zonder ons opgebouwd werd. Doordat we de opbouw van
onze wereld en haar gestalten nabouwen of meebouwen en dit normaliter onbemerkt
proces observeren, worden wij ons ervan bewust hoe deze opbouw ontworpen, uit
welke elementen deze samengesteld is. Hij is uit de voorlopigheden en de
teruglopigheden samengevoegd, uit de permanente holistische gestalten en
holistische gebeurtenissen vormende vormkrachten en hun voorlopige,
voorbijgaande verschijningsvormen. Overal is datgene wat in de afzonderlijke
verschijnsels voorloopt en dat wat in de niet verschijnende, maar vormgevende
heelheid ervan terugloopt, met elkaar verbonden. In alle wereldverschijnselen
zijn beide verenigd. Slechts op een plaats is deze verbinding onderbroken. Deze
onderbreking is het uitermate beduidende functioneel verband dat vanaf nu onze
aandacht opeist.
Deze onderbreking vindt plaats in de mens, in de geheel
eigenaardig geaarde menselijke organisatie. Omdat in de mens deze onderbreking plaats
vindt, moet hij zich als kennend en handelend wezen voortdurend tot twee kanten
wenden, moet hij in twee richtingen lopen, in de richting van de voorlopigheden
en de richting van de permanente loopsheden, opdat hetgeen gescheiden is,
herenigd worde. Daarom ontmoeten zich in zijn bewustzijn twee totaal
verschillende elementen: enerzijds de waarnemingen van zijn zintuigen die hem
de ongeordende grondstof van zijn voorlopigheden leveren – en anderzijds de
gedaantes van zijn denken, de begrippen en ideeën die hij aan de vormgevende
machten van zijn teruglopigheden ontneemt. Pas wanneer hij beide in zijn kennen
opnieuw versmelt, is de in haar bestanddelen opgebroken wereld weer gezond en
heel.
Hoe komt het tot deze scheiding van de wereldelementen, tot
deze afbouw van de wereldbouw in de mens?
Het valt zeker meteen te zien dat deze afbouw met de
lichamelijke organisatie van de mens samenhangt en wel vooral in zo ver dat
deze een zenuw-zintuigstelsel blijkt te bezitten. Ons zenuw-zintuigstelsel
stelt ons ja onze waarnemingen ter beschikking, echter als louter
samenhangsloze enkelheden waarvan de geestelijke band ontbreekt. Het zijn
louter zich voortdurend isolerende, samenhangsloze voorlopigheden, die pas door
de vormgevende heelheden, de begrippen en ideeën, tot gedaantes, gestalten,
schepsels, processen en gebeurtenissen geordend moeten worden. Ons lichaam,
vooral voor zo ver het een zenuw-zintuigstelsel bezit, is het radicale ontbindingsmiddel
van de wereld. Want het filtert door een soort zeefwerking de begripsmatige
verbanden en ideeën uit de waarnemingen van onze zintuigen. Of in een ander
beeld: Van de wereldbouw blijven onder de invloed van ons stelsel alleen de
afzonderlijke bouwstenen over, de wereldlijm, het wereldcement moet eerst
naderhand tot de uit elkaar vallende bestanddelen weer toegevoegd worden.
Een kubus heeft voor onze zintuigen, voor ons
gezichtsvermogen of tastzin, geen zijden, kanten en hoeken, maar alleen
volledig ongeordende enkelwaarnemingen, die pas door onze begrippen hun
bestemming, samenhang, ordening, hun holistische structuur moeten verkrijgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten